Belgische fiscus jaagt op internethandel

De fiscus contacteert momenteel alle verkoopwebsites, zoals eBay en Kapaza. Zij zullen worden verplicht om alle gebruikers die belastingplichtig zijn aan te geven. Zo wil de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) de strijd opvoeren tegen de internethandelaars die hun fiscale verplichtingen niet nakomen.

De activiteiten van het zogenaamde Belgian Internet Service Centre (BISC), een project van de informaticacel van de BBI, zitten de laatste weken in een stroomversnelling. In samenwerking met de overheidsdienst Economie worden momenteel alle verkoopwebsites met een domeinnaam die eindigt op .be gecontacteerd. Zij worden gewezen op hun plicht om een lijst aan de fiscus over te maken met al wie bij hen een account heeft en volgens hen ook belastingplichtig is.

Om te bepalen wie precies belastingen moet betalen op zijn verrichtingen en een btw-nummer dient te hebben, biedt de fiscus ook een aantal criteria aan. Zo wordt uitgegaan van een basisbedrag van 5.580 euro. Wie in een jaar tijd minder omzet maakt, kan volgens het BTW-wetboek als ‘kleine onderneming’ worden vrijgesteld. Een bijkomend criterium is echter ook de regelmaat van transacties. Wie één auto van 20.000 euro verkoopt, is niet belastingplichtig. Wie elk jaar twintig auto’s van 1.000 euro verkoopt, is dat bijvoorbeeld wel.

“We willen geen heksenjacht organiseren”, verduidelijk Dirk Dierickx, projectleider van het BISC. “We willen wel de mensen eruit halen die zaken via internet verkopen en op die manier oneerlijk concurreren met handelaars die hetzelfde in hun zaak verkopen.”

De fiscus heeft ondertussen een aantal ‘computertools’ die het mogelijk maken om internethandelaars op te sporen die op verschillende websites actief zijn. Zo beschikken ze over software die met een krachtige zoekfunctie het internet kan scannen op telefoonnummers. Zo kan de fiscus handelaars die onder verschillende schuilnamen op diverse internetsites goederen aanbieden opsporen. Ook foto’s van een bepaald item kunnen worden teruggevonden – ‘image recognition’ – op diverse verkoopwebsites. Op basis daarvan kan de fiscus een heel dossier opstellen van een ‘verdachte’ handelaar. Dit wordt vervolgens naast de belastingaangifte van die persoon gelegd ter vergelijking.

Hoeveel geld de belastingdiensten hiermee willen binnenhalen, is moeilijk te berekenen. “Een cijfer kun je hier moeilijk op plakken”, zegt Dierickx. “We willen ook vooral ontradend werken. In landen waar dit ook wordt toegepast, zie je dat velen zich regulariseren. Nu, het is duidelijk dat er veel geld omgaat in de internetverkoop. In ons land is dat naar schatting 2,5 à 3 procent van het bbp.”

Dat de misbruiken soms hallucinant zijn, blijkt uit de eerste vaststellingen die de fiscus al deed. Dierickx: “Zo vonden we iemand die onder zeven nicknames op verschillende platformen postkaarten verkocht. In een jaar tijd haalde die een omzet van 250.000 à 300.000 euro, terwijl hij geen BTW-nummer had en genoot van een pensioen. Ander voorbeeld: een prostituee die werkte via zo’n platformsite en een omzet draaide van 300.000 euro terwijl ze officieel werkloos was. Momenteel zijn we iemand op het spoor die van een invaliditeitsuitkering geniet en gsm’s verkoopt op het internet.”

Op basis van een internationale conventie die ons land binnenkort ondertekent, zullen ook de gegevens van internethandelaars die vanuit het buitenland op .be-domeinnamen opereren, kunnen worden opgevraagd.